Prisma's
U kunt de details van het prisma op elk gewenst moment tijdens een conventionele meting configureren.
Prisma 1 en Prisma DR zijn al voor u aangemaakt. Deze prisma's kunnen wel worden gewijzigd, maar niet verwijderd.
U kunt maximaal negen niet‑DR prisma's aanmaken.
Configureer de instellingen voor het zoeken naar, vastzetten op en behandelen van geblokkeerde doelen in het scherm Doel functies.

Wanneer verbonden met een conventioneel instrument geeft het cijfer naast het prisma symbool op de statusbalk aan welk prisma momenteel wordt gebruikt.
Om te wisselen tussen prisma's, tikt u op het prisma symbool op de statusbalk, of drukt u op Ctrl + P en daarna op het te gebruiken prisma, of druk op het cijfer dat hoort bij het gewenste prisma in het scherm Prisma's.
Wanneer een DR instrument aangesloten is, wordt Prisma DR gebruikt om de hoogte en prismaconstante van het DR prisma te definiëren. Om DR in te schakelen, selecteert u Prisma DR. Om DR uit te schakelen en terug te gaan naar de vorige toestand van het instrument selecteert u prisma 1 – 9.

- Druk op het prismasymbool op de statusbalk.
- Tik in het veld Prisma hoogte voor het prisma dat u wilt wijzigen.
- Wijzig de Prisma hoogte.
- Om de methode van meten van de Prisma hoogte te wijzigen, tikt u op
en selecteert u de juiste optie voor uw meetopstelling. Zie Prisma hoogte.
- Druk op Accept.
Indien nodig kunt u de prisma hoogte records wijzigen voor waarnemingen die al in de job opgeslagen zijn. Zie Antenne- en prismahoogte records wijzigen.

- Druk op het prismasymbool op de statusbalk.
- In het scherm Prisma's tikt u op +. Het scherm Doel eigenschappen voor het geselecteerde prisma verschijnt.
- Voer de Prisma hoogte in.
- Om de methode van meten van de Prisma hoogte te wijzigen, tikt u op
en selecteert u de juiste optie voor uw meetopstelling. Zie Prisma hoogte.
- Selecteer het Prisma type.
- Indien nodig voert u een Weergavenaam voor het prisma in. Het nummer van het prisma wordt toegevoegd aan de weergavenaam.
-
Druk op Accept.
De software gaat terug naar het scherm Prisma's, met het nieuwe prisma geselecteerd als prisma in gebruik.
-
Druk op Accept.
Om de prisma eigenschappen te wijzigen, wisselt u naar het gewenste prisma. Open vervolgens het scherm Prisma's en tik op Wijzigen.