Punten met feature codes meten

Wijs codes aan punten toe om het punt te identificeren als een specifiek feature type. Als het feature type van de code een lijn of polygoon is, wordt de lijn of polygoon op de kaart getekend terwijl u punten meet die deze feature code gebruiken.

Als de feature code attributen heeft, kunt u vervolgens attribuut informatie voor het punt invullen. U kunt de Origin software zo configureren dat u wordt gevraagd de attribuut data in te voeren. Zie Attribuut waarden invoeren bij het meten van een punt.

U kunt codes aan een punt toevoegen via het formulier Meet punt, Meet topo, of Meet codes.

Codes toepassen in Meet punt en Meet topo

Wanneer u codes gebruikt in het formulier Meet punt of Meet topo, moet u de code invoeren voor elk punt dat u meet in het veld Code. U kunt de code selecteren in de lijst met codes in het feature bibliotheek FXL-bestand, of u kunt de code typen. Als de job geen FXL-bestand gebruikt, kunt u een code typen die u wilt gebruiken. Zie Feature codes selecteren in Meet punten of Meet topo.

Codes toepassen in Meet codes

Het formulier Meet codes biedt een snellere, intuïtievere manier om te werken met codes die u hebt ingesteld in het feature bibliotheek FXL-bestand dat door de job wordt gebruikt. Het formulier Meet codes bevat een raster met grote knoppen, waarbij elke knop is ingesteld op een specifieke code. Om een punt met die code te meten, tikt u gewoon op de grote knop voor die code. Als u het volgende punt met dezelfde code wilt meten, tikt u op Enter of drukt u op de Enter toets.

Punten meten en coderen met behulp van Meet codes:

1. Selecteer in het scherm Job eigenschappen het feature bibliotheek bestand dat u bij de job wilt gebruiken. Zie Objectenbibliotheek.

   Als u een feature bibliotheekbestand gebruikt waarin groepen zijn gedefinieerd, worden de groepen en de codes in die groepen automatisch weergegeven op het formulier Meet codes.

2. Als u codes aan knoppen wilt toewijzen, of de code op een knop wilt wijzigen, houdt u de knop op het formulier Meet codes ingedrukt en selecteert u een andere code. Om meerdere knoppen te wijzigen of groepen codeknoppen te maken of beheren, tikt u op in het formulier Meet codes. Zie Codeknoppen voor Meet codes instellen

3. Punten meten met behulp van codes. Zie Punten meten in Meet codes.

4. Gebruik stringen om het meten van meerdere lijnen die dezelfde feature code gebruiken makkelijker te beheren. Zie Meerdere lijnen meten in Meet codes.

5. Gebruik besturingscodes op de CAD-werkbalk om specifieke vormen te tekenen, zoals bogen of polygonen. Zie Feature geometrie bepalen met behulp van besturingscodes.