Begrenzingsbox

1. Tik op op de werkbalk Kaart en selecteer vervolgens Begrenzingsbox. De werkbalk en schuifregelaars van de Begrenzingsbox worden naast de kaart weergegeven.

2. Zoom indien nodig in en draai de kaart om de data duidelijker te bekijken. Tik op de knop Limieten opnieuw instellen op de werkbalk van de Begrenzingsbox om de Begrenzingsbox aan de huidige weergave aan te passen. Indien nodig wordt de Begrenzingsbox geroteerd, zodat de vlakken van de Begrenzingsbox worden uitgelijnd met de getoonde kaartdata.

   Als u de vlakken van de Begrenzingsbox nauwkeuriger met kaartdata wilt uitlijnen, bijv. met de voorgevel van een model, voert u een waarde in het veld Referentie azimut van het scherm Kaart instellingen in. Zie Referentie azimut.

3. Als u de omvang van de Begrenzingsbox wilt verfijnen, gebruikt u de schuifregelaars of toetst u waarden in.

4. Nadat u de Begrenzingsbox hebt aangepast aan de interessante objecten, laat u de Begrenzingsbox open terwijl u werkt met Origin. De Begrenzingsbox kan vooral handig zijn bij het meten naar een oppervlak of tijdens het uitzetten.

5. Als u het vak Begrenzingsbox niet meer wilt gebruiken, tikt u op op de kaart werkbalk en selecteert u vervolgens Begrenzingsbox.

   De omvang van de Begrenzingsbox blijft behouden wanneer u deze de volgende keer opent. Herhaal de bovenstaande stappen om de omvang te wijzigen.

1. Tik op de juiste knop op de Begrenzingsbox werkbalk:
   • Om verticale limieten in te stellen voor de boven- en onderkant van de Begrenzingsbox, tikt u op .
   • Om horizontale limieten in te stellen voor de linker en rechter vlakken van de Begrenzingsbox, tikt u op .
   • Om horizontale limieten in te stellen voor de voor- en achtervlakken van de Begrenzingsbox, tikt u op .

2. Sleep de nodes op de schuifregelaar omhoog of omlaag. De gemarkeerde vlakken van de Begrenzingsbox worden dienovereenkomstig verplaatst.

   De waarden op de Begrenzingsbox schuifregelaar geven de limieten van elke schuifregelaar aan, en het midden van de kaart (verticale schuifregelaar) of de breedte van de begrenzingsbox (schuifregelaars zijkant en voor/achter).

3. Herhaal deze stappen om het formaat voor elk vlak te wijzigen.

4. Als u de schuifregelaar wilt verbergen en het ingestelde formaat wilt behouden, tikt u nogmaals op de knop , of .

1. Houd de gewenste knop op de Begrenzingsbox werkbalk ingedrukt:
   • Als u verticale limieten voor de boven- en ondervlakken van de Begrenzingsbox wilt intoetsen, houdt u ingedrukt. Het pop-up venster Verticale limieten verschijnt.
   • Om horizontale limieten voor de linker en rechter vlakken van de Begrenzingsbox in te toetsen,houdt u ingedrukt. Het pop-upvenster Zijde limieten verschijnt.
   • Om horizontale limieten voor de voor- en achtervlakken van de Begrenzingsbox in te toetsen, houdt u ingedrukt. Het pop-upvenster Frontlimieten verschijnt.

2. Voer de vereiste waarde in het juiste waardeveld in.

   Als er in het pop-up venster Zijde limieten of Frontlimieten geen velden worden weergegeven waarin u waarden kunt intoetsen, is de Begrenzingsbox momenteel geroteerd en niet uitgelijnd met de omvang van de job. Wijzig de horizontale limieten met de schuifregelaars of pas de Begrenzingsbox aan de omvang van de job aan om de velden beschikbaar te maken. Zie Limieten wissen en de Begrenzingsbox aan de omvang van de job aanpassen.

3. Als u het pop-up venster wilt sluiten en de ingestelde omvang wilt behouden, tikt u op X in de rechterbovenhoek van het venster.

4. Om 'plakken' van een model te inspecteren, bijvoorbeeld bij het bekijken van elke verdieping van een gebouw:

   1. Houd ingedrukt om het pop-up venster Verticale limieten te openen.

   2. Voer de Dikte waarde in van het deel van het gebouw dat u wilt bekijken en tik vervolgens op om de Dikte waarde vast te zetten.

   3. Om de volgende 'plak' van het model te inspecteren, wijzigt u een van de andere waarden (Boven, Midden of Onder).

Telkens wanneer u de Begrenzingsbox opent, blijft de omvang behouden van de vorige keer dat u die hebt gebruikt. 

U kunt de huidige limieten op elk gewenst moment wissen en de Begrenzingsbox aanpassen aan de omvang van de job:

• Om de Begrenzingsbox opnieuw op de omvang van de job in te stellen, houdt u de knop Limieten opnieuw instellen op de Begrenzingsbox werkbalk ingedrukt. Wanneer u limietwaarden intoetst, kunt u ook een Begrenzingsbox werkbalkknop ingedrukt houden en vervolgens op Alle limieten wissen in het pop-up venster tikken.

• Om bepaalde limieten te wissen bij het intoetsen van limietwaarden, houdt u de gewenste Begrenzingsbox werkbalkknop ingedrukt en tikt u vervolgens op de knop Limieten wissen voor de bijbehorende richting.