Aan de slag

De Spectra® Geospatial Origin software ondersteunt complete landmeet workflows voor al uw projecten en jobs. Origin werkt intuïtief en betrouwbaar en biedt op kaarten gebaseerde workflows voor gebruiksvriendelijk meten met één tik, feature codering, coördinaten geometrie berekeningen en uitzetten.

De Origin software ondersteunt zowel het Windows® als Android™ besturingssysteem en kan worden geïnstalleerd op een reeks ondersteunde Spectra Geospatial bedieningseenheden. Afhankelijk van uw type software licentie kunt u Origin gebruiken met GNSS-ontvangers, conventionele robotische of mechanische instrumenten, of de voordelen van zowel GNSS als conventioneel maximaliseren in een geïntegreerde meting.

Via verbindingen met de cloud kan data eenvoudig worden uitgewisseld tussen veld en kantoor.

De belangrijkste stappen om data op uw bedieningseenheid te krijgen en uw veldwerk met Spectra Geospatial Origin uit te voeren zijn:

  1. Bestanden in de bedieningseenheid laden.

    Bestanden vanaf uw kantoorcomputer overbrengen via een netwerkverbinding, kabel, of USB-stick, of simpelweg een project van de cloud downloaden. Zie Bestanden overbrengen van en naar de bedieningseenheid.

  2. Het project en de job openen.

    Projecten en jobs van de cloud downloaden en openen, of projecten en jobs lokaal op de bedieningseenheid aanmaken. Zie Projecten en jobs.

  3. De meetmethode voor uw uitrusting instellen.

    Verbindingsinstellingen voor uw uitrusting en voorkeuren voor punten gemeten met die uitrusting configureren. De meetmethode kan voor elke job waarvoor dezelfde uitrusting wordt gebruikt opnieuw worden gebruikt. Stel daarna uw uitrusting op de locatie op en start de meting. Zie Meting instellen.

  4. Naar behoefte data aan de job toevoegen

    Koppel bestanden en voeg kaartachtergronden toe om een rijkere kaart te maken. Zie Kaarten en modellen.

  5. Punten meten of uitzetten.

    Origin biedt een grote verscheidenheid van methoden voor het meten van punten. Zie Methoden voor meten in conventionele metingen en Methoden voor meten in GNSS metingen.

    Vul attributen voor gemeten punten in en leg indien nodig beelden vast. Zie Attribuut waarden invoeren bij het meten van een punt.

    Punten, lijnen, bogen, polylijnen, alignementen of digitale terrein modellen (DTM's) uitzetten. Zie Uitzetten.

  6. Uw data controleren.

    Gebruik de Punt manager om data in tabelvorm punt voor punt te bekijken, of Bekijk job om een samenvatting te bekijken van de punten die in de job verzameld zijn. Zie Jobdata bekijken en wijzigen.

  7. Uw data distribueren.

    Data in verschillende bestandsformaten exporteren voor verwerking op kantoor, of om te delen met anderen of rapporten te genereren. Zie Data uit de job exporteren.

    De job of het project naar het kantoor overbrengen, of de data met de cloud synchroniseren.

Deze stappen worden in detail uitgelegd in het Origin Help portaal. Voor korte video's over deze basisstappen, kijkt u op het Origin YouTube-kanaal.